Het produceren van whisky is een complex proces dat jarenlange ervaring en kennis vereist. Hier is een algemeen overzicht van hoe whisky wordt gemaakt:
Ingrediënten:
- Graan: Meestal worden gerst, maïs, rogge of tarwe gebruikt als basisgraan voor whisky.
- Water: Hoogwaardig en zuiver water is essentieel voor het brouwproces.
- Gist: Gist wordt gebruikt om de fermentatie van suikers in alcohol te bevorderen.
Het proces:
- Mouten: Gerst wordt geweekt en laten kiemen, waardoor enzymen worden geactiveerd die zetmeel in suiker omzetten.
- Mouten stoppen: Het kiemproces wordt gestopt door het graan te drogen in een moutoven. Dit proces kan de smaak en het karakter van de uiteindelijke whisky beïnvloeden.
- Malen: Het gedroogde mout wordt gemalen tot een fijne poederachtige substantie die bekend staat als “moutmeel”.
- Maischen: Het moutmeel wordt gemengd met warm water om de enzymen te activeren en zetmeel in suikers om te zetten. Dit creëert een suikerrijke vloeistof genaamd “wort”.
- Gisten: De wort wordt afgekoeld en gist wordt toegevoegd. Gisting vindt plaats, waarbij suikers worden omgezet in alcohol en koolstofdioxide.
- Distillatie: De resulterende vloeistof, genaamd “wash”, wordt gedistilleerd in koperen ketels om het alcoholgehalte te verhogen en onzuiverheden te verwijderen. Dit gebeurt meestal in twee of meer stappen.
- Rijpen: De gedistilleerde alcohol, bekend als “new make spirit”, wordt in eikenhouten vaten geplaatst om te rijpen. Tijdens het rijpingsproces neemt de whisky smaken en kleuren op uit het hout.
- Bottelen: Na jarenlang rijpen wordt de whisky uit de vaten gehaald, gefilterd en verdund met water om het gewenste alcoholpercentage te bereiken. Vervolgens wordt het gebotteld.
Het proces varieert enigszins afhankelijk van het type whisky dat wordt geproduceerd (bijv. Schotse whisky, Ierse whisky, bourbon, etc.) en de specifieke distilleerderij. Het is belangrijk op te merken dat het maken van whisky een kunst en een wetenschap is die veel oefening en expertise vereist.